Max

Tegenwoordig gaan de gesprekken bij de koffieautomaat op maandochtend niet alleen meer over de prestaties van Ajax en Feyenoord in het voorgaande weekend. De vraag “heb je Max nog gezien gisteren?” komt vaak zelfs al voor de voetbalgesprekken voorbij. Natuurlijk bestond er in Nederland al een vaste groep Formule 1 fans die al jaren de verrichtingen van de buitenlandse coureurs volgden, maar deze vaste groep fans is aangevuld met een grote groep chauvinisten waarbij de interesse is aangewakkerd door de grote prestaties van onze Max Verstappen de laatste jaren.

Natuurlijk hebben in het verleden ook wel eerder Nederlanders meegereden in de hoogste klasse van de autosport, denk hierbij aan papa Jos, Doornbos, Albers en van de Garde. In vroeger tijden Jan Lammers en zo zijn er bij de kenners nog wel meer namen bekend. Maar nu is het voor het eerst dat een Nederlandse coureur serieus kans maakt op de wereldtitel. Slechts 24 jaar oud, is hij in zijn Red Bull de grote uitdager van Lewis Hamilton die al jaren ongenaakbaar in zijn Mercedes zijn rondes rijdt. Dit jaar komt de concurrentie tussen de twee coureurs tot een hoogtepunt waarbij zij elkaar uitdagen, dwarszitten en af proberen te troeven. Dit alles aangewakkerd met de rivaliteit tussen de teams van Mercedes en Red Bull die elkaar niet alleen met de juiste wedstrijdstrategieën te slim af willen zijn, maar ook vaak nog buiten de baan een uitspraak van de FIA gedaan proberen te krijgen. Een concurrentiestrijd in optima forma met als apotheose de race van dit weekend waarbij Verstappen en Hamilton met exact evenveel punten aan de laatste race zullen starten. Een strijd van racetalent en psychologische oorlogvoering die op zijn scherpst uitgevochten zal gaan worden.

Hier zal geen uiteenzetting van mogelijke strategieën voor dit weekend volgen, hiervoor ontbreekt het deze schrijver simpelweg aan kennis aangezien ik ook een van de successupporters ben. Maar nadat gisteren een mail binnenkwam van onze tv-aanbieder dat zij de race komend weekend ook open aan zullen bieden ontsprong er toch een vrolijk huppeltje in mijn buik, want dit is toch iets wat ik nu graag mee wil maken. Misschien wordt er historie geschreven met het allereerste wereldkampioenschap voor een Nederlander.
Nog even afwachten tot zondag, maar maandag kan ik in ieder geval meepraten bij de koffieautomaat. Misschien gebruik ik nu ook wel een voetbalterm die niet bij de Formule 1 gebruikt wordt: prettige wedstrijd!

De kracht van het koor

De feestdagen zijn in aantocht maar met onvermijdelijke toename van de coronamaatregelen wordt er toch weer een beroep gedaan op onze veerkracht en improvisatievermogen. Gelukkig hebben we altijd nog muziek om warmte en inspiratie in te vinden nu de dagen wat donkerder worden.

Ik zong vroeger in een koor, in de kerk dat wel, maar zingen in een koor op zich was al een feestje. Het was machtig om te horen hoe samen zingen het resultaat veel verder bracht dan de som der delen. En dan zaten wij qua niveau echt ver beneden de Conference League, dat de bezoekersaantallen in de kerk terug liepen was niet verwonderlijk.

Het effect van een koor in moderne nummers heeft ook een magisch effect om de sfeer te bepalen. Grote en minder grote artiesten en bands hebben hier gebruik van gemaakt en hoewel de impact altijd verschillend is wordt het eindresultaat er veel rijker van. Bekende nummers zijn Pink Floyd’s Another brick in the wall (part 2), Still haven’t found what I am looking for van U2 en Like Toy Soldiers van Eminem. Ieder koor lijkt een ander doel te hebben. In het geval van Eminem is het contrast tussen zijn expliciete tekst over de ruzie tussen rappers en de kinderstemmen die de toy soldiers vertegenwoordigen briljant. Bij U2 zet het gospelkoor de persoonlijke zoektocht kracht bij en in Another brick in the wall vertegenwoordigen de kinderstemmen het jeugdtrauma waar een groot deel van The Wall (het album uit 1979) over gaat.

Maar koren kunnen ook heel mooi gebruikt worden om een bepaalde stemming neer te zetten. Één van de nummers waarin dat heel goed wordt gebruikt is Another Love van Tom Odell. Odell is een artiest die met zijn breekbare stem de kwetsbare kanten van het bestaan en de zoektocht naar de liefde goed weet te vangen. Hij gebruikt dan ook veelvuldig een koor om zijn nummers te versterken. Het mooie aan Another Love is dat het koor eigenlijk geen tekst heeft. Maar het geneurie op de achtergrond creeert bijna stemming die je doet denken dat the Walking Dead meedoen. In ieder geval, dat is mijn gevoel erbij. Voor ieder ander zal dat beeld en gevoel er anders zijn. Maar net als de kracht van klassiek, is dat de kracht van het koor.

Voor de donkere dagen daarom een mooi divers lijstje om eens lekker naar te luisteren. We zijn benieuwd naar de lijstjes met nummers die jullie in deze periode dat zetje geven om de moed er in te houden.

Alex Cameron

Het is nog een redelijk onbekende naam in de muziekwereld. Maar volgens ons toch een naam die net wat meer aandacht verdiend dan dat hij nu krijgt. Alex Cameron.
Alex Cameron, geboren en opgegroeid in Sydney, heeft de uitstraling van iemand die rechtstreeks uit eind jaren ’80, begin jaren’90 niet zo misstaan in de series als Miami Vice of Magnum PI. In deze serie zou hij dan hoogstwaarschijnlijk een louche nachtclubeigenaar spelen waarvoor je dan toch sympathie op zou kunnen brengen. Cameron is inmiddels 31 jaar en heeft inmiddels 3 studioalbums en een livealbum uitgebracht. Zijn muziek klinkt alsof deze uit de jaren ’80 komt en zou dan ook niet hebben misstaan als soundtrack van eerdergenoemde series. (lees verder)

Hij maakt melodieuze popliedjes waarin de jaren ’80 synthesizer alom aanwezig is en in bijna ieder nummer komt er wel een uitgebreide jaren’ 80 saxofoonsolo voorbij zonder dat dit vervelend gaat worden. De saxofonist van dienst is zijn goede vriend Roy Molloy die een belangrijk stempel op de muziek heeft weten te drukken. Doordat ik hem inmiddels twee keer live heb gezien, in 2018 op Best Kept Secret en september 2019 in Paradiso, kan ik ook bevestigen dat de fijne sfeer uit zijn nummers live ook goed overgebracht wordt. Cameron is een innemend persoon die met plezier staat te entertainen en zich dansend over het podium begeeft op een manier waarvan mijn dochters zich zouden schamen als hun vader zo zou dansen op een feestje. Maar het past allemaal perfect in het plaatje. Fijne liedjes met expliciete en humoristische teksten die met veel plezier gebracht worden waardoor het publiek met veel plezier staat te luisteren. Tegen het eind van het optreden beweegt iedereen ook wel mee op de melodieuze nummers.

In het begin van zijn carrière heeft Alex Cameron zich het personage van een in verval geraakte entertainer aangenomen. Maar dit is juist een zanger die nog aan het begin staat van zijn carrière aangezien wij verwachten dat hij de komende jaren alleen maar een groter publiek zal gaan aanspreken met zijn prettig in het gehoor liggende popmuziek. Muziek hoeft niet altijd vernieuwend te zijn zolang het maar goed uitgevoerd wordt. Aangezien hij onlangs weer een nieuwe single heeft uitgebracht hopen wij weer op een nieuw album. 19 Maart staat hij in ieder geval in TivoliVredenburg en wanneer dat nare virus geen roet in het eten gooit zijn wij er ook weer bij. Maar voor nu delen we graag zijn nieuwe single met jullie, zoals al gezegd gewoon omdat deze zanger deze aandacht verdient.

silence

Vrijdagavond tien uur. De Sacre Coeur baadde in het licht van de volle maan. De avond viel over Parijs en het was stil op de heuvel. Op de plek waar het normaal gesproken een drukte van jewelste is met handelaren in lichtgevend speelgoed, was het gewoon stil. Vredig stil zou ik haast willen zeggen. (lees verder)

Hoe groot was het contrast met 450 kilometer verderop. In Rotterdam leek het wel alsof er een kleine burgeroorlog was uitgebroken. Vernielingen, geweld, agressie, schoten. Er was maar weinig dat ontbrak. Het bleek de opmaat voor een gewelddadig weekend, waarin voetbalfans en coronaprotesten elkaar versterkten tot on-Nederlandse situaties. Helaas lijkt het normaal te worden, want de polarisatie in de samenleving, onduidelijkheid over de overheidsmaatregelen en kortere lontjes komen op dit moment allemaal samen. Zelfs in het altijd rustige Leeuwarden bekogelden pubers en kinderen de politie. Mijn eerste gedachten bij het lezen van het verslag over FC Cambuur en FC Utrecht is: waar zijn de ouders van deze pubers en kinderen, die ze in hun zwarte hoodies de straat op laten gaan? Gevoelsmatig schiet de opvoeding er bij steeds meer ouders bij in, dat kan ik niet onderbouwen maar als ik deze beelden zie wordt dat beeld wel bevestigd. Ik zou mezelf zeker niet als zwartkijker willen betitelen maar van wat er nu gebeurt word ik wel wat somber. En natuurlijk niet alleen van de gewelddadige protesten, ook de overheid treft hier blaam. Het gekwakkel van de interim-regering die met polder-oplossingen probeert de opleving van het virus te bestrijden is minstens zo beangstigend en zorgt er zeker niet voor dat we als één natie achter de oplossing voor dit probleem staan. Dat de formatie in een wurggreep wordt gehouden door politici die koste wat het kost hun baantje willen houden, terwijl de ene leugen met de andere flater wordt goedgepraat helpt ook niet. Dan is er ook nog de rol van de social media. Als er iets polariserend werkt is het de ruimte om anoniem en met een scherpe toon je mening te mogen geven, je te begeven onder gelijkgestemden en je te verenigen om in grote getale mensen online te beschadigen. Van dit alles gaat een enorme onveiligheid uit. Een onveiligheid waar ik wel eens stil van word. Mij doet beseffen wat dit met mensen doet, mij afvraag of mijn vrienden, familie of kinderen wel veilig zijn in de toekomst. Ik hoop op het beste maar zal met regelmaat terug verlangen aan de stilte op de heuvel in Montmartre.

Sywert

Hoe zou het nu met Sywert van Lienden gaan? Zou hij trots thuiszitten en genieten van zijn verdiende miljoenen, of zou hij dagelijks zitten te malen hoe het toch zover heeft kunnen komen dat hij nu door iedereen verguisd wordt. Helaas verwacht ik niet dat dit laatste het geval is. Hij had zo’n veelbelovende carrière in het vooruitzicht. Voorzitter van het LAKS, lid van het jongerenpanel van de Sociaal-Economische Raad, columnist in HP/De Tijd presentator van Buitenhof, schoof vaak aan bij De Wereld Draait Door en eigenlijk verwachtte iedereen dat hij wel het nieuwe brave CDA-gezicht zou gaan worden. (lees verder)

Toen kwam Corona en had ons land dringend mondkapjes nodig. Sywert zette een organisatie op en verkocht voor 100 miljoen aan mondkapjes aan onze regering, ondanks dat het RIVM op voorhand deze deal al afkeurde vanwege kwaliteitsnormen. Maar door de juiste politieke wegen te bewandelen kreeg hij deze deal er toch door gedrukt. Nobel van hem dat hij zich zo bekommerde over de gezondheid van ons land, want hij zou er zelf geen winst op gaan maken vertelde hij ….. “Oh nee, toch niet!”.

Uiteindelijk blijkt dat hij er zelf zo’n 9 miljoen euro aan over heeft gehouden en zijn zakenpartners elk zo’n 5 miljoen euro. Overigens is met geld verdienen helemaal niets mis. Met snel veel geld verdienen ook niet, wanneer dit wel gewoon eerlijk gedaan wordt en je jouw zakenpartners niet misleidt met valse doelstellingen.
Achteraf wordt er steeds meer duidelijk en blijkt dat hij al vanaf het begin voornemens was er veel aan te verdienen aangezien er al een commerciële BV-structuur was opgezet en hij de juiste achterkamertjes kende om de deal snel rond te krijgen. Een ding is duidelijk. Dit handelen kan allemaal echt niet door de beugel. Je kan het misleiding noemen, fraude, hang er maar een negatief gestemd woord aan en het kan de lading wel dekken.

Maar Sywert heeft nu geld, heel veel geld. Inmiddels kan hij bij geen enkel zichzelf respecterend bedrijf of organisatie meer aan de slag en ik kan mij niet voorstellen dat er nog een grote groep mensen om hem heen is die het kan waarderen wat hij heeft gedaan. Misschien zijn alleen zijn zakenpartners en zijn gezin nog positief over hem, maar zij varen dan ook wel bij het behaalde resultaat. Maar ik vraag mij nu vooral af of hij trots is op wat hij nu heeft bereikt en of hij zichzelf nog in de ogen aan kan kijken. Het zou mij niet verbazen wanneer hij alle spiegels in zijn huis verwijderd heeft. Aan de andere kant lijkt hij er weinig van geleerd te hebben vanwege het feit dat hij onlangs bij het opnieuw invoeren van de mondkapjesplicht meteen weer probeerde zijn mondkapjes, met deze keer een kleine korting, te verkopen. Daarnaast dreigt hij meteen met advocaten wanneer hij weer ergens onderwerp van discussie wordt. Dat scheelt, met veel geld kun je ook meteen die dure juridische procedures opzetten. Het maakt hem er alleen geen sympathieker mens door ….

Woodface

Van de week kwam ik weer een CD tegen uit de oude doos: Woodface van Crowded House. Een plaat waarvan de albumhoes me al direct aansprak door de mooie en passende vormgeving. Ruim 20 jaar geleden is het al weer dat de Nieuw-Zeelandse band dit derde studio album lanceerde. Het enige album waarop de samenwerking tussen de broertjes Neil en Tim Finn volledig tot zijn recht kwam en daarmee wat mij betreft hun beste studioalbum.

Hoewel Tim Finn ooit aan de basis stond van Split Enz, de voorloper van de band, waren zijn jongere broer Neil en drummer Paul Hester die band in de jaren 70 succes brachten. Hun bekendste hit uit die tijd in Nederland was ‘Message to my girl”. De band eindigde en maakte een doorstart als de Mullanes, maar ondanks het feit dat er een platencontract getekend werd, viel deze band al uit elkaar voor er één noot op papier stond. In 1984 werd Crowded House opgericht alhoewel de naam pas werd vastgesteld bij het tekenen van de platendeal met Capitol. Het eerste titelloze album uit 1987 bracht direct hun grootste hit voort. ‘Don’t dream it’s is een steevaste bezetter van de top2000. Pas op Woodface werd er door de broertjes actief samen geschreven en gezongen en ook nog succesvol wat mij betreft. Lijzige nummers als All I ask en Fall at your feet worden afgewisseld met heerlijke rocky popnummers zoals There goes God. Voor mij een heerlijk gevarieerde plaat die ik een jaar lang bijna dagelijks in de auto naar mijn werk op zette, in de tijd dat je nog met CD’s in de auto zat te klooien. Favoriet nummer blijft voor mij Italian Plastic. Een onmiskenbare Crowded House plaat waarvan het niet erg is om af en toe het stof te blazen en uit de speakers te laten galmen.

De Dijk

De Dijk. De succevolle Nederlandse groep die met hun rock, blues, pop en soulmuziek, vergezeld van mooie teksten hoge ogen gooit, bestaat dit jaar 40 jaar. 40 jaar! Dat is maar weinig bands gegeven en bijzonder dat deze band dan ook bijna mijn hele leven al met mij mee gaat. In de eerste jaren na het ontstaan van De Dijk richtte mijn interesse zich waarschijnlijk nog wat meer op muziek van Kinderen Voor Kinderen, al meen ik mij al wel te herinneren dat mijn zus een LP (Nooit meer Tarzan) van De Dijk in haar verzameling had staan. Maar ondanks dat ik al honderden concerten heb gezien en dat “Niemand in de stad” jaarlijks in mijn Top 2000-lijstje terecht komt, ben ik toch nooit eerder bij een concert van deze band geweest. Hier is nu eindelijk verandering in gekomen.

Zaterdagavond speelde De Dijk voor hun 25e keer in De Flint in Amersfoort. Dat wat ik op voorhand al verwachtte, misschien vooral hoopte, werd gewoon waargemaakt. De charismatische Huub van der Lubbe leidt de band door de hele avond heen. Een avond waarin alle nummers, onder het genot van vooral een biertje, hartstochtelijk door alle fans mee worden gezongen, zonder dat dit ten koste gaat van de kwaliteit van de nummers omdat de band wel duidelijk zelf de regie houdt. De Dijk speelt ruim twee uur lang de grootste hits uit hun oeuvre, een enkel nummer nog net wat onbekender. Maar twee uur lang worden de poëtische teksten die veelal over de liefde gaan over het publiek gestrooid. De Dijk toonde zijn liefde voor hun muziek maar zeker ook voor hun fans. De fans beantwoorden dit weer met liefde terug door te zingen, te dansen en te genieten. Na een heerlijke avond sloot De Dijk af met “Mag het licht en uit” en doofden daarna daadwerkelijk de lichten waarna iedereen voldaan naar huis kon keren.

Na 40 jaar was dit voor mij dan de eerste keer, maar ik heb al besloten dat dit zeker niet de laatste keer mag zijn. Een avondje De Dijk moet eigenlijk met regelmaat beleefd worden. Een gezellige avond met bier, meezingen en goede muziek wat we gewoon als cultureel erfgoed moeten benoemen. Als het golft, dan golft het goed!

verhalenverteller

Het is een gave om zo te kunnen vertellen dat de mensen aan je lippen hangen. Niet iedereen die goed gebekt is of goed kan presenteren kan ook goed verhalen vertellen, maar wie dat wel kan is Diederik van Vleuten. Bekend geworden als duo met Erik van Muiswinkel, waarna hij solo verder is gegaan waarbij hij zichzelf is gaan profileren als ‘stand-up historian’. Na al twee eerdere voorstellingen van hem bezocht te hebben met als onderwerp de Eerste Wereldoorlog en Nederlands-Indie probeert hij in zijn nieuwe voorstelling zich te richten op de toekomst. Maar dit lukt uiteraard niet zonder mooie vertellingen uit het familiearchief. In het onlangs geopende theater in Nijkerk gaf Diederik een try-out van zijn nieuwe show.

Dit nieuwe gezellige theater biedt plaats aan 200 bezoekers en is een aanwinst voor Nijkerk. Je merkt dat alles nog niet helemaal gestroomlijnd loopt, zo was de placering op de tickets niet helemaal goed gegaan wat nog even voor vertraging zorgde. Maar de vriendelijke medewerkers en vrijwilligers deden er alles om dit op te lossen en iedereen een plekje in de uitverkochte zaal te geven zodat Diederik van Vleuten het podium kon betreden.

Waar hij start met een mooi stukje muziek van Ravel op de piano, begint hij vervolgens te vertellen hoe hij dit stuk vroeger ‘quatre mains’ met zijn moeder speelde. Wat volgt zijn verhalen over zijn ouders, zijn opa en oma die Duitsers in hun huis gestationeerd kregen, dialogen met zijn psycholoog en zijn liefde voor Da Vinci. Mooie verhalen die uiteindelijk meer met elkaar verweven zijn dan je zou verwachten en waaruit blijkt het belangrijk is om goed je verleden te begrijpen wanneer je je op je toekomst wilt richten. Twee uur lang vertelde hij, speelde hij mooi stukjes op de piano en hing de zaal aan zijn lippen. Diederik van Vleuten heeft de gave verhalen te kunnen vertellen waarbij je de beelden voor je ziet en in het verhaal gezogen wordt met op het juiste moment even luchtige opmerking.

Zo vlogen de twee uur dat hij aan het praten was voorbij en kon deze afgesloten worden met een drankje en een bittergarnituur welke door theater Streams De Breede Beek werd aangeboden. Fijn zo’n donderdagavond.