Laatste Berichten

EERSTE CONCERT

Liefde voor muziek. Wij kunnen ons niet voorstellen dat mensen het niet bezitten. Smaken verschillen, maar iedereen heeft wel eens muziek die je raakt. Liefde voor muziek moet je doorgeven en daarom in december ’18 samen met mijn toen nog 11-jarige dochter naar haar eerste concert van haar favoriete band.

Wat een mooie avond was dit. Eerst samen uit eten en daarna door naar de AFAS Live. Na een zeer goed voorprogramma, van Blackwave, was het klokslag 21:00 tijd voor Chef’Special. Mijn dochter had het voor haar eerste concert niet beter kunnen treffen, want ze kreeg bijna twee uur lang een muzikale show voorgeschoteld waar dan ook alles in zat. Het was geen pure hip hop, geen rock, geen ska, geen reggae, geen dance, het was de eigen Chef’Special die op het menu stond. Er kwamen blazers voorbij onder leiding van Benjamin Herman, er waren strijkers, er was een drumband, er was vuurwerk, er was zo veel. Van uitbundige feestsongs die de hele AFAS op zijn kop zette tot mooie rustige liedjes die deze grote zaal weer klein maakte. Wat zeker apart genoemd moest worden waren de prachtige visuals die de hele show versterkte. Maar bovenal een band die de liefde voor muziek oprecht wil delen met zijn fans. Na afloop zei mijn dochter dat ze wel kon begrijpen dat ik zo graag naar concerten ga. De liefde voor muziek lijkt doorgegeven!

EPIC

Episch ~ prachtig, gedenkwaardig (van Dale)

Tennis is zo oud als de Grieken en Romeinen, de vroege voorloper van deze sport werd toen al beoefend. Een meer lijkende variant op het tennis van vandaag stamt af van Jeu de Paume uit de 11e eeuw in Frankrijk. Maar eigenlijk heeft tennis alles in zich om een Amerikaanse sport te zijn: er is altijd maar één winnaar, geen gelijkspel mogelijk. Wat echter een duidelijke vergelijking met de Romeinen maakt, is het man-tegen-man gevecht. En zeker dat van deze gevechten tijdens één van de vier jaarlijkse Grand Slams. Grote arena’s met 15.000 steeds luidruchtig wordende bezoekers, een paar uur lang vechtend om het laatste punt, want dat is het enige dat telt.

Het mannentennis wordt al een jaar of 15 gedomineerd door een Serviër, een Spanjaard en een Zwitser, beter bekend als Djokovich, Nadal en Federer. Van de laatste 70 Grand Slams wonnen ze er 55. Iedere speler heeft zijn eigen karakteristieken: Djokovic is de allrounder, Nadal de onverstoorbare harde werker en Federer de stylist. Iedere tennisliefhebber heeft wel een voorkeur, maar algemeen staat vast dat Federer het mooiste tennis speelt, maar de andere twee mentaal sterker zijn.

Nu wordt het woord Episch steeds vaker gebruikt, of moeten we zeggen misbruikt, want als een woord in de mode is dan wordt het in iedere willekeurige context ingevoegd. Gelukkig niet altijd. In een interview na afloop van een derde-ronde partij in Melbourne tijdens de Australian Open 2020 leverde de quote op van Roger Federer: ‘ik tennis voor dit soort epische wedstrijden’. Terecht.

Roger Federer is de oudste van de drie ‘eindbazen’ en mogelijk met zijn 38 jaar in het endspiel van zijn lange en succesvolle carrière. Op vrijdag speelde hij tegen John Millman, een redelijk goede Australiër, maar met één belangrijk wapenfeit achter zijn naam: hij had Federer vorig jaar verslagen tijdens de US Open. Dat waren ze beiden niet vergeten. De combinatie van Federer, de standaard publiekslieveling, en Millman, de Australiër voor thuispubliek leverde een schitterende situatie op, het publiek was verdeeld. Millman speelde alsof zijn leven er van af hing, had geen last van druk en speelde tegen alle regels in Federer’s forehand kapot. Federer klampte aan maar leek geen moment de betere. Fed-express maakte veel afgedwongen fouten en leek kwetsbaar. Millman pakte de eerste set, Federer set twee en drie, zonder te begrijpen hoe, maar vanaf dat moment leek alles er op dat Millman opnieuw Federer zou verschalken. 15.000 Man op de tribune zaten op het puntje van de stoel toen het in de vijfde set op een super-tiebreak uit draaide. Verhoogde hartslag, defibrillator op stand-by. Millman timmerde onverstoorbaar verder, sloeg de ene briljante bal na de andere en liep eenvoudig uit naar een 8-4 voorsprong, slechts twee punten verwijderd van de overwinning. Ondertussen was het 00.30 uur in Melbourne, waar de rook was opgetrokken en twee matadors vochten voor hun leven. Zoals gezegd is Federer mentaal kwetsbaar en leek hij zich al voor te bereiden op zijn persconferentie. Niets duidde er op dat hij zes punten op rij zou scoren. Maar het onmogelijke gebeurde toch. Bij het laatste punt viel alles op zijn plek voor de Zwitser. Ondanks alle afzwaaiers, dubbele fouten en de statistieken die aantoonden dat Millman de betere was, won hij het laatste punt. Het enige punt dat je in een tenniswedstrijd moet winnen. Na afloop zag je aan Federer dat hij zelf ook niet begreep hoe hij had gewonnen. Vier uur lang had het publiek gejoeld, geschreeuwd, gehuild en een staande ovatie aan beide spelers uitgedeeld, dat alles voor een met recht ‘epische’ wedstrijd.

P.S. alleen de Romeinse duimpjes missen we nog…

Het failliet van de moderne tijd

Zo luidt de titel van de one-man-show van Tim Fransen waarin hij op een boeiende manier uitlegt dat we een serieus probleem hebben in Nederland. Het gaat namelijk te goed met ons verzadigde kikkerland. Er zijn geen directe vijanden meer na het wegvallen van het IJzeren Gordijn. De Russen komen niet meer. En geloven doen we al helemaal niet meer, alleen in onszelf. Aan de show van Tim moest ik denken toen ik twee berichten las die recent in het nieuws waren. 

Één: het KNMI heeft besloten om de stormen die over ons land razen voortaan te gaan voorzien van een naam, naar Amerikaans voorbeeld tijdens het orkaan seizoen. Er is al nagedacht over wat potentiële namen, Kitty is er zeker één van. 

Twee: Post.NL is vooralsnog niet van plan om de afbeelding op postzegels van de Koning aan te passen, nu deze besloten heeft om (al dan niet tijdelijk) met een baard door het leven te gaan. 

Beide berichten bevestigen wat Tim al langer weet. Er hangt wel degelijk een storm boven ons hoofd. Het is de storm (zonder naam) van een land zonder idealen. Idealen die de nog aanwezige vijanden van het vrije Westen wel hebben en waar we geen antwoord op hebben.
De gedachte van een Rus in mijn achtertuin vond ik nooit een prettige, maar soms zou de dreiging zo gek nog niet zijn.

Gelukkig hebben we Poetin nog.

Een ingezonden stuk uit Soest

Athina

Een bezoek aan Athene is alsof je tijdreis maakt. Een tijdreis waar je de Gyronef van professor Barabas of de Delorean van Dr. Emmett Brown voor kunt thuislaten. Een paar schoenen en een ov-kaart voor € 9 laten je teruggaan tot 600 jaar voor onze jaartelling begon, naar de tijd dat Athene het bruisende middelpunt van de wereld was. Ik geef toe dat het geen Rome is, waar een groot deel van de stad aandoet als één groot openluchtmuseum. Daarvoor is de stad te chaotisch en rommelig, net als de Grieken zelf.

Maar bruisen doet het nog steeds. Wat onvoorstelbaar indrukwekkend blijft is de omvang, de techniek en degelijkheid waarmee werd gebouwd. De tempels op de Acropolis, het Olympisch stadion maar ook de galleien waarmee de zeeën werden bevaren; als je er even bij stil staat dat er nog geen elektrisch gereedschap was kan je alleen maar bewondering hebben waartoe de Grieken in staat waren.
Dat deze gebouwen nog steeds bewaard zijn gebleven (ondanks de vele oorlogen met de Turken, Perziërs, Romeinen en de aardbevingen) is goed. Het leert ons vandaag de dag nog steeds dat alle grenzen te verleggen zijn met een goed plan en een hoop inspanning. Als je het oude Athene combineert met de haven van Piraeus, de beklimming van Lycabettus Hill en een broodje Kebab, waan je je een paar dagen onder de Griekse Goden.

Diego

Sport en muziek, wat kunnen zij elkaar toch mooi goed versterken. De muziek kan een goede soundtrack zijn om een overwinning nog glorieuzer te maken. Daartegenover kan het ook het falen van een sporter extra dramatiek meegeven. Er zijn talrijke combinaties van muziek en sportgebeurtenissen te bedenken die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Mijn favoriet is toch die van Diego Maradona die zijn warming-up doet op de eendagsvlieg van Opus, Live is life.

Diego Armando Maradona. Voor mij de beste voetballer aller tijden, al mag hierover getwist worden. Maar ik herinner mij nog zijn rushes op het WK van 1986 in Mexico. Natuurlijk ook “de hand van God”, maar ook hier komen alleen de hele groten mee weg. Diego Armando Maradona. Jammer dat hij nadat hij gestopt is met voetballen voornamelijk een ster is geworden in het bezoedelen van zijn eigen naam. Maar toch doet dit weinig af aan de genialiteit die hij als voetballer heeft laten zien.

Diego Armando Maradona. De warming up in het blauwe trainingsjack van Napoli, mooie zwarte Puma kicksen. Live is Life van Opus schalt door de speakers en Maradona loopt op het veld, nonchalant met zijn veters nog los, lekker het balletje hoog te houden op de maat van de muziek. Linkerschouder, rechterschouder, balletje in zijn nek. Linkerknie, balletje doodleggen op hoofd. Doen alsof er niemand is die hem ziet, wetende dat hij hier ook gewoon geschiedenis aan het schrijven is.

Hoe mooi komt hier de tijdsgeest samen in één filmpje? Een eendagsvlieg die wereldwijd bekend was samen met dè grootheid van het voetbal die zeker op dat moment  onbetwist de beste van de wereld was. Misschien wel één van de YouTube-filmpjes die door deze schrijver het meest is bekeken.

Aan het aantal views te zien ben ik niet de enige liefhebber. Sport en muziek, wat kunnen zij elkaar toch mooi versterken! Heb jij ook zo’n moment dat je met ons wilt delen?

Damien Rice – BKS 2013

Het was de eerste editie van Best Kept Secret en Damien Rice zou de zaterdag afsluiten. Ik kende wel enkele kleine radio hitjes die ik voorbij had horen komen op 3FM, maar een man alleen op het grote podium die 15000 man moet boeien leek mij een te moeilijke opgave. Man, wat zat ik ernaast!

Alleen met zijn gitaar en piano wist hij het publiek volledig aan zijn zijde te krijgen. Bij het nummer Cheers Darlin’ vertelde hij een verhaal achter het nummer waarbij er opeens een barman op het podium kwam om het opgevoerde toneelstuk te ondersteunen. De barman schonk hem meerdere glazen wijn in die in hoog tempo werden gedronken omdat de troubadour aangaf voor de beste vertolking ‘authentically drunk’ te moeten zijn. Dronken of niet, wat volgde was een hemeltergend mooi nummer waarbij het liefdesverdriet je door merg en been ging.

De combinatie van de eenvoud op het podium, de schoonheid van de liedjes, misschien ook wel de regen die het optreden een extra romantische sfeer gaf bij de mooie nummers, maar vooral de Ierse zanger die er volledig voor ging maakte dit optreden voor mij legendarisch. Mijn hoogtepunt was bij het nummer ‘the blowers daughter’ waarbij je de saamhorigheid op het veld voelde  en dat iedereen besefte dat we samen getuige waren van iets heel bijzonders. Wil je ook een stukje van dit concert terug kijken kan dat hier:

Renesse 1993

Het mooie van muziek is dat een bepaald nummer je plotseling terug kan werpen naar een herinnering van vroeger.
Dit gebeurde vandaag bij het beluisteren van Disarm van the Smashing Pumpkins.
We schrijven het jaar 1993.
Dat jaar ging ik samen met een vriend op vakantie naar Renesse. Een camping, een tentje, muziek, veel meer hadden we niet nodig. Oh ja, toch wel.

Deze vakantie wilden we ook wel eens proberen of een joint roken echt zo spannend was. Omdat wij op dit gebied zo groen als grass waren en niet wisten waar we dit in eigen woonplaats konden kopen gingen we met de trein naar Utrecht. Stoer als wij ons op dat moment vonden liepen we naar de Oudegracht. Voor de deur van de coffeeshop aangekomen waren we opeens wat minder stoer, want wie zou de stuff gaan bestellen? Kop of munt. Ik won.
Mijn vriend kwam naar buiten met de schat en wij konden op vakantie. Die week hebben wij goed voor ons zelf gezorgd. Wij hielden ons netjes aan de eetregels van onze ouders. Iedere dag vlees: knakworsten die koud eigenlijk ook best lekker waren. Iedere dag groente: paprika in de vorm van paprikachips. Aardappels: hier voldeed patat of anders naturel chips ook prima.
Ik herinner mij nog vaag de bezoeken aan het strand, een fietstocht naar Zierikzee, muziekcafé de Stulp (waar we in een later jaar met vrienden nog betere herinneringen maakten), twee zusjes uit Breda en natuurlijk de pretsigaretjes die eigenlijk tegenvielen en waar we alleen maar duf van werden. Maar wat ik mij vooral herinner is het dagelijks luisteren van cassettebandjes in die oude bruine tent. Hier luisterden we naar Lenny Kravitz, the Black Crows en Living Colour, maar er was één nummer dat voor ons op dat moment magisch was en mijn muzikale koers volledig veranderde; Disarm van the Smashing Pumpkins.

Gruizig

Concertzalen, ze zijn er in alle soorten en maten. De mooiste zalen zijn toch de kleinere zalen waar de historie je overvalt zodra je de deuren binnen loopt.  Het behoeft eigenlijk geen uitleg dat Paradiso in Amsterdam tot mijn favoriet behoord. Deze mooie oude kerk met zijn witte balkons is ook voor veel buitenlandse artiesten hun favoriete plek om op te treden. Maar stiekem is Paradiso ook al gewoon een geoliede commerciële machine.

Wat vaak nog mooier is zijn de nog kleinere zalen waar enkele honderden mensen in kunnen, een beetje oud en gruizig, afhankelijk van vrijwilligers. Ekko in Utrecht is zo’n zaal. Hier zijn wij gisteravond binnen wezen kijken. Een oud herenhuis aan de gracht. Bij binnenkomst loop je door een oude gang waar de concertposters hangen langs een barretje de oude kleine concertzaal in. Een klein donker hok voor 300 man publiek, nog met hoekjes, trappetjes en klein laag podium wat van alle kanten goed te zien is. Een mooi helder geluid wat heel fijn je oren binnen knalt. Er is geen backstage dus de artiesten moeten hier ook tussen het publiek van en naar het podium lopen. Een soort gezellig buurthuis waar je graag even binnen komt kijken. Voordat het hoofdoptreden begint wordt nog even door een microfoon gevraagd of iedereen een beetje in kan schikken zodat iedereen ook echt de uitverkochte zaal binnen kan komen. Het zijn van die zaaltjes waar de muziekliefhebber nog volledig aan zijn trekken komt omdat de muziek hier op de eerste plaats gezet wordt. 

Dan heb ik het nu nog geeneens over de band van gisteravond gehad. Indian Askin. Al enkele jaren de grote belofte van de Nederlandse rockmuziek. Een ideale band voor een zaal als Ekko. Er hangt nog een lekker onbevangen sausje om deze Amsterdamse band terwijl het toch al hele goede en strakke muzikanten zijn die erg goed weten wat ze aan het doen zijn. Lekker spelen, kratje bier binnen handbereik en een charismatische zanger die de band leidt. Maar vooral hun eigen lekker groovende gitaarmuziek die alle 300 aanwezigen in beweging kreeg. Een heerlijke avond voor de echte muziekliefhebber. They know how to party!