Cola. Nee, niet dat drankje. Dit is de band Cola uit Montréal bestaande uit zanger/gitarist Tim Darcy, bassist Ben Stidworthy en drummer Evan Cartwright. De band, opgericht in 2022, bracht dit jaar hun tweede album uit en stond woensdagavond in de knusse setting van EKKO. De avond werd geopend door Goa, een band die je niet goed kunt plaatsen, maar die met uptempo grooves en een excentrieke zanger wel een bijzondere sfeer neerzet. Toen Cola om klokslag 21:00 uur het podium op kwam, was het publiek er helemaal klaar voor in een goed gevuld EKKO.
Wat volgde, was een uur vol gruizige, hoekige gitaarlijnen, aangejaagd door de solide ritmesectie. Vooral Ben Stidworthy eiste een prominente plek op met zijn baslijnen, die echt een extra laag aan het geluid toevoegden en hiermee het geluid vooruit duwde. De band werd in de aankondiging binnen het genre postpunk geplaatst. Hoewel deze term tegenwoordig vaak te pas en te onpas gebruikt wordt, leek Cola eerder ergens tussen indie en alternatieve rock te vallen – alweer zo’n containerbegrip, maar hier wel op zijn plaats. Tim Darcy is de duidelijke frontman die met zijn lichtverveelde zang en hoekige gitaarspel een beetje afstandelijk overkomt. Interactie met het publiek verliep wel wat stroef; de pogingen tot gesprekken leken soms in de lucht te blijven hangen. Maar dat maakte de band goed met een uur lang lekker uptempo gitaarwerk dat strak in elkaar zat en waarin de nummers elkaar in hoog tempo opvolgden. Net toen de nummers misschien iets te veel op elkaar dreigden te gaan lijken, was het om precies 22:00 uur tijd om te stoppen – en dat voelde precies goed. Soms is een uurtje fijne muziek in een kleine zaal alles wat je nodig hebt.
Wanneer je de deur binnenloopt bij Resurrection in Liverpool, voel je dat je een winkel inloopt waarin de liefde voor het product centraal staat. Het product is een grote collectie aan bandshirts, aangevuld met een mooie collectie aan alternatieve-/skatekleding. Wandel je de trap op zie je nog meer “muzikale” kleding en bijbehorende accessoires. In de rechterhoek is een barberzaak gevestigd en linksachter zit een kleine platenzaak. Een zaak met fijne alternatieve titels, gesorteerd op genre wat het meteen heel prettig maakt om door je voorkeuren heen te bladeren. Toen gebeurde het.
Het was net een tijdje stil in de winkel en de verkoper zette ‘the Specials’ op. De rustige relaxte tonen van ‘A message to you Rudy’ vulden de winkel en iedereen begon lekker mee te wiegen op de heerlijke oude ska. Muziek op het juiste moment op de juiste plek. Maakt het moment de muziek, of zorgt de muziek dat het een fijne plek is, of is het een volledige samenhang van plaats, tijd en muziek.
Zo waren er meer momenten dit weekend. Natuurlijk is ‘You never walk alone’ verbonden aan de wedstrijd van Liverpool tegen Aston Villa die wij dit weekend bezochten en zorgde het hele meezingende stadion (met uitzondering van het uitvak) voor kippenvel bij vele aanwezigen. Plaats, tijd en muziek kwam mooi samen.
Na de wedstrijd moet er natuurlijk nog genoten worden van het nachtleven van Liverpool. Een bruisende binnenstad vol met plezier makende jongeren (en ouderen) die genieten van de gezelligheid van deze stad. Wij gingen voor een bezoek aan The Monro, een mooie oude pub die eerder dit jaar weer heropend is. Een pub met een ruime keuze in bieren en whisky’s. En met een goede DJ. Want wat wij die avond voorbij hoorde komen was een mooie eclectische mix van Ierse folk, country, blues, reggae en persoonlijke favorieten als Nick Cave en Fontaines D.C. Dit versterkte de smaak van onze IPA’s en Guinness op positieve wijze en hierdoor hadden wij samen met de andere bezoekers van de drukbezochte pub een heerlijke avond . Was het de locatie, de muziek of waren we er gewoon op het juiste moment waar alles weer mooi samen kwam.
Is het de plaats, de locatie of het moment? Het antwoord is niet zo belangrijk als alles mooi samen valt. Deze elementen zorgen er in ieder geval voor dat wij terugdenken op een heerlijk weekend Liverpool. Ook de muziek van the Beatles klinkt toch net wat lekkerder wanneer je in de stad van John, Paul, George en Ringo rondloopt. Ook de biertjes in de brouwerij werden begeleid door heerlijke oude country, op dat moment had er ook niets beters gepast. Wel is het de muziek die de mooie herinneringen levend houdt en die ons komende tijd terugbrengt naar bijvoorbeeld die winkel, het stadion of de pub. Mooi dat muziek het enige van die drie elementen is die daarvoor zorgt.
Cinetol is een unieke cultuurhub in Amsterdam, gelegen in de bruisende wijk de Pijp. Cinetol is een podium, broedplaats en bar in hartje Amsterdam. Een cultureel centrum waar dagelijks mensen samenkomen; om te werken of gebruik te maken van de ruimtes, of als bezoeker van een concert of gast van de horeca. Een fijne plek waar creatievelingen en buurtbewoners elkaar ontmoeten voor een hapje en een drankje, waardoor het een onmiskenbaar kloppend hart van de Amsterdamse culturele scene vormt. Maar wat ons naar deze plek bracht is de gezellige oude concertzaal, waar je kunt genieten van opkomende artiesten en muzikale pareltjes. Vrijdagavond trad de band Waltzburg er op in een goed gevulde concertzaal.
Waltzburg, een vijfkoppige band uit Nijmegen. Ze maken indiepop met een twist, een beetje vrolijk, een beetje melancholisch, precies zoals het moet. Invloeden uit jaren ’80 en ’90, maar toch een volledig eigen stijl die het muziek van nu maakt. Muziek die snel herkenbaar klinkt, maar toch heeft ieder nummer een tweede laag die de nummers spannend houden. Neem een nummer als ‘Gotor’ van hun eerste album, waarin ze met vrolijke melodieuze gitaarlijnen schaamteloos je gehoor binnen dringen en hier vervolgens voor langere tijd blijven rondzingen. De Nijmeegse band heeft onlangs hun tweede studioalbum ‘Black cat on your doormat‘ uitgebracht en presenteert deze nu via een clubtour door kleinere zalen aan het publiek. Op hun tweede album gaan ze door met hun catchy lenteachtige nummers, al zijn op dit album lagen met extra synths toegevoegd waardoor sommige nummers meer diepgang krijgen en wat donkerder klinken, zonder dat het zwaarmoedig wordt. Misschien is volwassener wel net het juiste woord. Tijdens het optreden in Cinetol waarin het nieuwe album werd gepresenteerd werd duidelijk dat de band live ook overtuigd. De nummers van het nieuwe album werden, afwisselend met al oudere bekendere nummer, dankbaar ontvangen door het publiek. De bezoekers grepen de fijne melodieuze gitaarlijnen aan om heerlijk dansend het weekend in te gaan, want stilstaan is lastig bij Waltzburg. Nu nog in Cinetol, maar wij zien ze zeker via een route van Tolhuistuin naar Paradiso naar de TWO op Best Kept Secret groeien. Een band om in de gaten te houden. En zeker om lekker te luisteren bij deze heerlijke indian summer dagen.
Deze week verschenen de eerste afleveringen van een nieuwe podcastserie: De laatste dagen van… Na eerdere heerlijke reeksen over de laatste dagen van onder anderen George Michael, John Lennon en Marvin Gaye, is de nieuwste serie gewijd aan Janis Joplin. Eerlijk gezegd is haar muziek altijd een beetje aan mij voorbijgegaan. Natuurlijk kende ik haar grootste hits, en was het leuke als deze op de radio langskwamen, maar ik had nooit de neiging om haar nummers zelf op te zetten. Door deze podcast werd ik echter voor het eerst getriggerd om dat wel te doen, en in de auto draaide ik “Me and Bobby McGee”. Dit nummer kwam zo lekker binnen dat ik besloot mij meer in deze zangeres te verdiepen.
Janis Joplin werd geboren in 1943 in Port Arthur, Texas, een streek die als behoorlijk conservatief bekendstaat. Des te opmerkelijker is het hoe zij wist te ontsnappen aan de conservatieve cultuur en bijbehorende maatschappelijke verwachtingen. In een wereld waar van vrouwen werd verwacht zich volgens strikte normen te gedragen, brak Janis die verwachtingen volledig. Ze verscheen op het podium in kleurrijke, losse kleding, met veren in haar haar en een glas Southern Comfort in de hand. Ze leefde intens, soms zo intens dat het pijn deed. Misschien is dat wel de kern van wie ze was: compromisloos zichzelf, een vrouw die haar demonen in het volle daglicht omarmde en het publiek dwong hetzelfde te doen.
Janis stond niet alleen symbool voor de vrijheid in de muziek, maar ook voor persoonlijke vrijheid. Ze verbrak de ketens van conservatisme en sociale verwachtingen. Haar optredens waren geen gewone shows; het waren momenten van pure zelfexpressie, waarin alles mogelijk leek. Het is dan ook geen toeval dat ze een symbool werd van de Summer of Love, en dat haar optreden op Woodstock legendarisch is. Ze was geen stem van de massa; ze was de massa, de belichaming van een generatie die hunkerde naar iets groters.
Maar zoals zoveel iconen van haar tijd, betaalde Janis een hoge prijs voor haar intense leven. Het lijkt haast een cliché dat de meest getalenteerde artiesten worstelen met innerlijke demonen en de drang om geaccepteerd te worden. Haar alcohol- en drugsgebruik was geen roekeloze zelfdestructie; het was een wanhopige zoektocht naar troost, een manier om het zwarte gat van haar onzekerheid te vullen. Ze zei ooit: “On stage, I make love to 25,000 people; then I go home alone.” Die eenzaamheid, die knagende onzekerheid, was een constante in haar te korte leven. Uiteindelijk bleek de pijn te groot, en op 4 oktober 1970 overleed ze alleen in haar hotelkamer aan een overdosis heroïne, op slechts 27-jarige leeftijd. Daarmee werd ze lid van de mythische ’27 Club’, samen met Jimi Hendrix en Jim Morrison, die ook in diezelfde periode stierven.
Wat ze achterliet, was een muzikale erfenis vol soulvolle rocknummers, gezongen met een stem die als een op zichzelf staand instrument te beschouwen is. Die stem, doordrenkt van passie en pijn, raakt je recht in de ziel. Niet gepolijst, maar eerlijk en rauw, zoals alleen een artiest kan klinken die alles geeft. Hoewel ze al meer dan 50 jaar geleden overleed, blijft haar erfenis springlevend. Wanneer je haar muziek hoort, voel je dat Janis openstond voor een reis door het leven, een reis die alleen veel te kort duurde. Ze blijft een onuitputtelijke bron van inspiratie voor iedereen die ooit het gevoel heeft gehad niet in het keurslijf van de maatschappij te passen. Misschien is dat wel haar grootste bijdrage aan de muziek: ze leerde ons dat het oké is om anders te zijn, om niet perfect te zijn.
Het nummer “Me and Bobby McGee”, geschreven door de onlangs overleden Kris Kristofferson, nam Janis slechts enkele dagen voor haar dood op. Wat een nummer! Dus als afsluiter: zet het eens hard aan en geniet.
De Canadese singer-songwriter Leif Vollebekk bracht eind september al weer zijn vijfde album uit. Wederom een album met prachtige pop/folk nummers die zich heel voorzichtig in het hoofd vestigen om daar dan ook niet meer weg te gaan. Sfeervolle en stemmige muziek waar de schoonheid en kwaliteit vanaf druipt. Maar vooral die fijne ietwat hese, maar toch heldere stem die een genot voor de oren is.
Zaterdagavond stond Leif Vollebekk in een vol Paradiso. Net als op zijn laatste album trapte hij af met het nummer ‘Rock and Roll’ en bij de eerste tonen wist je direct dat het een mooie avond zou worden. Het geluid was bijzonder goed afgesteld. Een avond met kwalitatief hele mooie nummers die de ambacht van singer-songwriter weer naar een hoger niveau tillen. Samen met een 4 koppige band wisten ze met zijn vijven met de sfeervolle nummers het publiek helemaal stil te krijgen, iets wat de laatste jaren toch vaak lastig blijkt te zijn. Het enthousiasme van Leif gaf de show een diepere inhoud. Hij liet het publiek meezingen, gooide er af en toe bij het inspelen van zijn piano even kleine stukje covers mee; zo kwamen er stukjes voorbij van Aerosmith, The Killers en Macy Gray. Het werd met plezier ontvangen, maar eigenlijk had dit niet gehoeven want zijn eigen nummers zijn kwalitatief beter dan die van genoemde artiesten en de zanger nam het publiek bevlogen mee op die fijne muzikale luistertrip. Ruim anderhalf uur vloog voorbij en na al twee keer terug gekomen te zijn kwam hij ook nog voor een derde keer op het podium terwijl een gedeelte van het publiek de zaal al wilde verlaten. Hij sloot af met een gedurfde cover, namelijk het iconische ‘Purple Rain’ van Prince. Deze werd zeer goed uitgevoerd en de zaal zong dankbaar mee. Maar ook hiervoor geldt dat zijn eigen nummers deze avond gewoon veel beter waren. Toch een bewijs hoe kwalitatief sterk en mooi zijn nummers zijn. Luister ook maar eens naar ‘Moondog’:
Schitterend! Dat zou de kortste samenvatting zijn van het concert dat Needtobreathe gisterenavond gaf in de Melkweg.
Het was negen jaar geleden dat de band voor het laatst in Nederland was, deze keer voor twee uitverkochte avonden in de popzaal aan de Lijnbaansgracht. De van oorsprong christelijke rockband uit South Carolina heeft zich de afgelopen jaren meer ontwikkelt tot een band waarbij meer algemene thema’s centraal staan als onzekerheid en liefde. Wat als een muzikale rode draad door de avond loopt is de afkomst uit zuidelijk Amerika. Niet alleen bij zanger Bear, maar ook in de zaal zijn wat Stetsons te zien.
Vijf zeer begaafde muzikanten die al twintig jaar muziek maken en volledig op elkaar zijn ingespeeld, dat is een feestje op zich. Met leadzanger Bear Rinehart als aanvoerder trappen ze af met het uptempo countryrocknummer The Cave. Vanaf de eerste noot gaat het publiek mee in de energie van de band die stevige gitaren afwisselt met akoestische sessies. De liedjes lopen naadloos in elkaar over door zowel de woorden van de zanger als het enthousiasmerende entertainment van toetsenist Josh. Tijdens de elektrische sessies komen de muzikale kwaliteiten naar voren, terwijl bij de akoestische nummers de vocalen uitblinken. Het maakt de avond tot een muzikale joyride. Er zijn twee duidelijke hoogtepunten tijdens de show. Het eerste is wanneer het nummer ‘Brother’ wordt ingezet en Bear high-fivend door de zaal loopt en zingt. Voor mijn persoonlijke favoriet moet ik wachten tot de toegift, maar bij ‘The Outsiders’ gaat de hele zaal los en blijkt het niet alleen mijn favoriet te zijn. De afsluiter is ‘West Texas wind’, een passend akoestische (onversterkt) slot van een twee uur durend muzikaal feestje.
Best Kept Secret heeft een jubileum te vieren. Dit jaar vond de 10e editie plaats van het meest sfeervolle festival van Nederland. Waar in het eerste lustrum nog flink werd uitgepakt met headliners als Arcade Fire en Radiohead werd dit tweede lustrum niet buitengewoon gevierd. Dit is ook meteen de kracht van het BKS-festival geworden, ze zorgen gewoon dat ze ieder keer een prachtig festival neerzetten waarin de beleving van de bezoekers op nummer 1 staat. Het terrein zag er deze editie qua indeling van de grotere podia aardig gelijk uit als die van vorig jaar. Qua aankleding was er net weer wat meer uitgepakt met props als schemerlampen, wandklokken en hangmatten op een prominente locatie en leken de foodtrucks net iets verspreider opgesteld te staan. Maar het terrein bij de Beekse Bergen blijft een heerlijk terrein voor een festival. Alle plekken zijn goed te belopen en toch kun je ook nog lekker anoniem ronddwalen. Beleving. Dat is het woord dat bij de organisatoren op nummer 1 staat.
Deze beleving kregen wij gisteren wederkom op de BKS zaterdag, onze vaste bezoekdag van dit festival dat uiteindelijk om de muziek draait. Muzikaal zijn we weer volledig aan onze trekken gekomen. Waar Vince Staples en Royel Otis bij ons niet zo binnenkwamen was het verrassend leuk bij het voor ons nieuwe Ratboys en The Mary Walllopers die met hun Ierse folk The Secret (het 3e podium) van voor tot achter uitbundig lieten feesten. Werden we toch verrast door Merol die het hoofdpodium onbevangen en brutaal opende en stonden we van de afsluiter Paolo Nutini vooral van de sfeervolle laatste 3 kwartier te genieten. De persoonlijke hoogtepunten, die natuurlijk arbitraal blijven, bestonden deze editie uit Grace Cummings, Tramhaus en Slowdive.
Grace Cummings bezwoer het publiek in de Secret met haar geweldige doorleefde stem die toch iedere keer verbaasd uit haar frêle lijf komt. Ze heeft al een van de mooiste albums van dit jaar op haar naam staan waardoor dit optreden een must see van deze dag voor ons was. Zij bewees dat wij nog veel meer van haar gaan horen (en willen horen!). Het Rotterdamse Tramhaus speelde de TWO helemaal aan flarden en wist een uur lang van begin tot eind te boeien met hun groovende postpunk. De voledige tent werd enthousiast platgespeeld. Slowdive was voor de tweede keer op BKS te bewonderen, wederom in de TWO die ze ook als een perfecte jas past. Ook al was de verrassing weg nadat we ze de laatste jaren al wat vaker live gezien hebben, ze wisten nu gewoon weer te imponeren met hun sfeervolle muur van geluid die prachte melodielijnen voortbrengt in combinatie met begeleidende hypnotiserende visuals. Het geluid bij dit optreden was mogelijk het best afgestelde geluid wat in tijden bij een concert gebracht is. Extra knap dat dit op een festival mogelijk is.
Tussen de optredens door biedt het festivalterrein genoeg inspartie om op rond te dwalen en tevens de inwendige mens tevreden te houden waardoor het een heerlijk dag uit blijft in de bossen van Hilvarenbeek. Wanneer je even aan een picknicktafel of in het gras zit is het heerlijk om mensen te kijken. De bezoekers van BKS verdienen ook speciale aandacht aangezien het een zeer gevarieerd publiek is, dat heerlijk samensmelt om samen te genieten van het allerfijnste festival van Nederland. Wanneer de nacht ingevallen is en wij het festivalterrein verlaten worden we nog getrakteerd op kleurrijke verlichte kunstwerken in de waterpartijen waarbij je tot het eind toe verrast wordt door de secrets die dit festival ook dit jaar weer aan de bezoekers heeft gegeven.
Dinsdagavond, Lijnbaansgracht in Amsterdam. Een volgepakte Melkweg staat vol enthousiasme te wachten op wat komen gaat. Er hangt een losse sfeer, het publiek is relaxed en je voelt dat dit een mooie avond gaat worden. De aftrap van de Europese tour vindt hier vanavond plaats en iedereen heeft er zin in, de band gelukkig ook.
Mt. Joy is een relatief onbekend bandje dat zijn oorsprong vindt in Philadelphia. High-schoolvrienden Matt Quinn en Sam Cooper maken al langer samen muziek als ze naar 2016 naar L.A. verhuizen. Daar krijgt de band haar naam en wordt het duo uitgebreid naar een vijf-mans band. In 2016 wordt ook de eerste single ‘Astrovan’ gereleased. Op dit moment staan er drie albums op hun naam en een gouden single. Tot nu toe heeft de band met name grote festivals aangedaan en getourd met onder andere the Lumineers.
Om kwart over acht doven de zaallichten en komt de band op. Hoewel het geluid weer net iets te hard staat voor zo’n intieme setting, klinkt de stem van zanger Matt direct spot-on. Het concert voelt alsof je op een food-truck festival bent, maar dan zonder de foodtrucks. Maar het is niet moeilijk om de smokers om je heen voor te stellen. Je zou het perfect barbecue muziek kunnen noemen. Dat komt ook omdat de band in ieder nummer wel een muzikaal intermezzo inbouwt, een mooie gelegenheid om een nieuwe versnapering te halen. Het komt ook niet vaak voor dat er een pauze in het programma zit., maar na een uurtje spelen is er twintig minuten pauze. Hoewel een deel van het repertoire onbekend terrein is klinken alle nummers als een klok, de band is goed op elkaar ingespeeld en het keybord werk van Jackie Miclau zet de toon. Na de pauze komen de bekendere hits voorbij waardoor het publiek echt los komt. Dat is zeker het geval als ‘Julia’ naadloos overgaat in ‘Ain’t no sunshine’ van Bill Withers en ‘Crazy’ van Gnarls Barkley. De avond wordt afgesloten met ‘Silver Lining’, de grootste hit van de band. Na twee uur spelen gaat iedereen zo met een heerlijk gevoel weer naar huis. Wachtend op een mooie zomer, een barbecue, een biertje en een paar nummers van Mt. Joy.