Zomerhit

De zomerhit. Ieder jaar is er weer een nieuwe, een nummer dat je jaren later nog terug doet denken aan die bewuste zomer. Niemand weet waarom dat nummer nou net de zomerhit is geworden, want al die andere zomerse plaatjes waren toch ook best lekker. Dat is het mooie van de zomerhit, je kan hem niet op voorhand tot grootste zomerhit promoten, maar je bent afhankelijk van zoveel verschillende redenen waarom juist dat ene nummer werd opgepakt.

Zo waren wij lang geleden op vakantie op het mooie eiland Madeira. Het was al nazomer aangezien wij op een bijzondere dag in september naar Madeira vlogen. Bij de overstap in Portugal vonden we het al opvallend dat er zoveel militairen op het vliegveld van Lissabon aanwezig waren. Hetzelfde gold bij aankomst op het vliegveld van Funchal, de gezellige hoofdstad van het bloemeneiland. Pas bij aankomst in ons hotel zagen wij op de tv dat er ook die dag twee vliegtuigen het WTC in New York binnen waren gevlogen. Het nieuws ging zonder smartphones dan ook nog niet zo snel als in de huidige tijd. Met terugwerkende kracht begrepen we de veiligheidsmaatregelen op de door ons bezochte vliegvelden. Maar tijdens deze vakantie op het heerlijke eiland hoorden we ook vaak een Portugees nummer voorbijkomen. Het werd gezongen door groepjes tieners op straat, je hoorde hem op de radio en ook in de bezochte horeca kwam hij vaak voorbij. Aan het einde van deze vakantie gingen wij zonder het Portugees machtig te zijn naar een lokale platenzaak om te vragen of zij wisten welke nummer wij de hele vakantie toch voorbij hoorden komen, “Dat liedje met aiaiai erin”. Er ging nog geen belletje bij de verkoper rinkelen. Nadat er in de winkel het kleine stukje door ons herkende tekst werd gezongen “aiaiaia amor” werd gezongen legde de verkoper meteen de cd van Canta Bahia op de toonbank. Natuurlijk niet het allerbeste nummer ooit gemaakt, maar wel het nummer dat ons aan die vakantie op Madeira doet terugdenken. Onze zomerhit van 2001.

my hometown

We zitten midden in een anderhalvemetersamenleving, maar de traditionele afstand tot familie en vrienden is al jaren veel groter dan hij vroeger was.

Met de meeste mensen om ons heen communiceren we via mail, telefoon of whatsapp. Waarom? We zijn veel minder honkvast dan dat we ooit waren. We reizen veel meer, trekken weg uit onze geboorteplaatsen om er veelal niet meer terug te keren. In zeker zin heeft dat het leven niet mooier maar armer gemaakt, als je bedenkt dat we echt contact nodig hebben. Spontane bezoeken zijn komen te vervallen en even een praatje op de hoek van de straat bestaat nauwelijks meer. Gelukkig zijn ze er wel, gemeentes waar we band tussen de dorpelingen hechter is en men elkaar nog kent. Ik kom met grotere regelmaat in mijn geboortestad en ondanks dat ik er 20 jaar weg ben ken ik nog steeds veel mensen. Af en toe kan ik de drang niet onderdrukken om even langs de 5 huizen te rijden waar ik heb gewoond. Of langs mijn basisschool, met 13 leerlingen in de 8e klas en verbaas me erover dat hij nog steeds bestaat. Teruggaan is voor mij geen optie, het voelt als terug gaan in de tijd, een verleden tijd die nu niet meer van mij is. Dat melancholische gevoel beschrijft Bruce Springsteen erg mooi in ‘My Hometown’, rondrijden met zijn vader door New Jersey. Waar in de jaren ’60 de spanningen hoog opliepen door de rassenrellen, moorden en de werkloosheid toeneemt door het sluiten van de textielfabrieken. Hoe slecht het ook was, ergens blijft er ook romantiek bewaard, dit blijft my hometown.

angel in blue jeans

Vorige week was het hoog tijd om weer eens een paar golfballen weg te slaan, het mag immers weer. Dus laadde ik de golftassen en mijn dochter in de auto om naar de plaatselijke baan in Bunnik te rijden. Vlak voor ik het parkeerterrein op reed besefte ik me dat het verstandig was geweest om mijn puberdochter te vragen een broek uit één stuk aan te trekken, maar dat was ik dus vergeten.

We haalden onze mandjes met ballen op en hadden snel de smaak te pakken. Tot zover niets aan de hand. Toen we nog wat gingen oefenen met putten zag ik uit mijn ooghoek een medewerkster van de golfbaan op ons aflopen. Of ze de volgende keer een spijkerbroek zonder scheuren aan kon trekken, dit was echt niet toegestaan. Ik stelde mijn dochter gerust door haar te wijzen op een oudere dame met een ruitjesbroek en de opmerking dat we er wel zo één voor haar zouden regelen. ‘Nou, laat dat golfen dan maar zitten’, was het te logische antwoord. Ze snapte er niets van, dit was toch een mooie broek en waarom mag de golfbaan bepalen wat je wel of niet aan mag trekken. Onzin.

Het deed mij denken aan denken aan de jaren 90. Als tennisfan mocht ik graag kijken naar het spel van André Agassi, een klein mannetje die als rebel op de tennisbanen verscheen. Grote oorbel in, getoupeerd haar (bleek later deels nep), haarband en korte spijkerbroek met een legging er onder. En, enorm veel talent! Dat hadden we in jaren niet gezien. Eigenlijk was John McEnroe altijd een beetje de bad boy geweest maar veel spraakmakender was het niet. Agassi werd de eerste speler waar Nike ook groots in investeerde, een eigen kledinglijn en bijpassende schoenen. Je zou kunnen zeggen dat Agassi rock en roll in het tennis  introduceerde en daarmee van een elitesport wat terugbracht naar het volk. Een uitdaging ontstond doordat de kledingsstijl van Agassi niet paste bij de etiquette van Wimbledon, het belangrijkste toernooi van het jaar waar iedere speler alleen in het wit mag verschijnen. Daar paste Agassi voor en de eerste jaren liet hij Wimbledon steevast schieten, mogelijk ook gevoedt doordat zijn speelstijl niet bij het heilige gras zou passen. Verzoeken werden gedaan aan de toernooidirectie, of het niet eens tijd was deze ouderwetse regels te vernieuwen. Maar de organisatie gaf geen krimp, traditie is immers traditie. Om nummer één van de wereld te worden kon de Amerikaanse Armeen niet buiten Wimbledon om. Dus in 1991 kondigde hij aan het heilige gras in London te gaan betreden. Iedereen keek reikhalzend uit naar zijn outfit en we werden niet teleurgesteld: haarband, shirt, korte broek en legging alles in het spierwit. Op zijn eigen manier had hij een weg gevonden om toch binnen de regels te passen. Maar goed ook, want in 1992 won hij het toernooi na een vijfsetter tegen Goran Ivanisevic.

Dit verhaal vertelde ik mijn dochter, dat je soms te gast bent en je dan aan de regels van de gastheer hoort te houden. Ok, ze begreep het wel, maar die ruitjesbroek komt er zeker niet.

avondwandeling

We zitten nog steeds in een semi-lockdown, ook al worden de regels nu voorzichtig per week versoepeld. Nee, we gaan niet schrijven over Corona, over wat we niet kunnen en mogen, maar over verwondering in deze periode. Verwondering die we tegenkomen in onze nabije omgeving waarvan we het bestaan niet wisten.

Om te blijven bewegen hebben we het bijna dagelijkse rondje wandelen na het avondeten ingevoerd. De dagen worden langer, de temperatuur loopt op en daardoor is het extra fijn om je spijsvertering tegemoet te komen door na het eten een rondje te wandelen. Waar het rondje eerst minimale kilometers betrof, kunnen we tegenwoordig soms zeggen dat we mooie afstanden erop hebben zitten. Zo ook vorige week. Hemelsbreed slechts een kilometer van ons huis zijn we een klompenpad ingegaan die uiteindelijk in een weiland uitkwam met heuse buffels die heel relaxt aan het grazen waren en niet de moeite namen om ons op te (willen) merken. Het pad heeft uiteindelijk geleid naar een prachtig stukje natuur waar wij nog nooit eerder geweest waren. Verwonderd over de verborgen natuur en alles wat daar leeft, groeit en bloeit. Verwonderd hoe fijn het is om dit soort rondjes te lopen na een hele dag gewerkt te hebben. Verwonderd hoe goed die frisse lucht je doet. Verwonderd hoe lekkerder je slaapt. En verwonderd dat de weilanden in onze directe omgeving echt op Frankrijk kunnen lijken nadat de geperste hooibalen in het weiland liggen. Dus laten we afspreken dat als straks nog meer regels versoepeld worden en we bijna terug kunnen naar normaal, dat we het avondrondje erin houden en dat we ons kunnen blijven verwonderen.

oorverdovend stil

Een van onze favoriete Nederlandse artiesten van de laatste jaren is Thomas Azier. De Friese zanger die al bijna zijn halve leven in het buitenland woont weet ons iedere keer te verassen met een grote diversiteit aan mooie popliedjes. Om hem enigszins in een hokje te kunnen plaatsen laat ik nu even de woorden elektropop en indiepop vallen, al dekken deze woorden ook niet volledig de lading. Helemaal niet wanneer je hem al eens live hebt zien optreden, dan komen alle stijlen voorbij van dansbare beats tot scheurende gitaren tot mooie breekbare liedjes. Zijn inspiratie haalt hij ongetwijfeld uit de verschillende culturen waarin hij zich begeeft. Op zijn 19e vertrok hij naar het buitenland en heeft hij via Berlijn, Parijs en reizend door Afrika genoeg inspiratie opgedaan om ons te trakteren op 3 goede albums.

Zoals gezegd moet je hem echt live aanschouwen om zijn muziek goed te kunnen plaatsen. Wij hebben het voorrecht gehad om hem twee keer live aan het werk te zien. De eerste keer was in december 2018 in de fijne concertzaal Vera in Groningen. In deze toen al uitverkochte muziekzaal, die de historie ademt van grote bands die in het hoge noorden hebben gespeeld, wist Thomas Azier ook het publiek om zijn vinger te winden. Toen wij hem tien maanden later weer aan het werk zagen in de grote zaal van TivoliVredenburg zagen wij een zanger die in deze korte periode al met een enorme dosis toegenomen zelfvertrouwen en met veel speelplezier op het podium stond. Zijn elektro-/indiepop werd met grote overtuiging de zaal in geslingerd waarbij de concertzaal de sfeer kreeg van een donkere Berlijnse nachtclub. Thomas Azier geeft zijn prachtige en krachtige stem vol overtuiging aan het publiek. Maar wat ons nog steeds bij is gebleven, was het moment waarbij hij een lange stilte in het nummer ‘Babylon’ liet vallen. Een tiental seconden was het zo indrukwekkend stil in de concertzaal, dat lukt maar weinig artiesten. Afgelopen maand heeft hij weer twee nieuwe singles uitgebracht. We kijken er zowel naar uit om weer een heel nieuw album van hem te horen en hem weer live kunnen zien. Dat staat namelijk garant voor een hele mooie avond.

achter de schermen

Het applaus galmt nog na, het zaallicht gaat aan en de schoonmaakploeg veegt het publiek langzaam uit de zaal. Achter het podium vandaan komen figuren tevoorschijn, ze bewegen in het duister als Oempa Loempa’s in de Chocoladefabriek van Willy Wonka.

In mum van tijd zakken de eerste trussframes met de verlichting en niet veel later volgen de luissprekers. Tegelijkertijd worden de instrumenten van de artiesten met zorg ingepakt in de daarvoor bestemde flightcases. De ‘crew’ is aan het werk, de stille krachten achter ieder concert, festival of zelfs theatershow. Soms alleen een ‘mannetje’ voor licht en geluid maar naarmate de zalen groter worden nemen de aantallen snel toe. Bij de Heineken Music Hall met 5.000 bezoekers was een crew van 25 man niet vreemd. De ploeg werkt met een enorme efficiëntie, iedereen weet wat hij moet doen. ’s Ochtends om 6 uur gaan de laad- en losdeuren open en worden de vrachtwagens uitgeladen, om 4 uur in de middag moet alles klaar staan en om 2 uur ’s nachts rijden de vrachtwagens ingeladen weer door naar de volgende show. De druk is hoog, het ritme onregelmatig. Het echte rock en roll bestaan vind je hier terug, gasten die dit doen omdat ze dit het mooiste vinden wat er bestaat. Op weg zijn, met elkaar, sjekkie achter het oor, buffelen als het moet en eten bij de crewcatering, hopend op een fatsoenlijke cateraar. Daar waar het management van de artiesten zich druk maakt over de voorzieningen in de kleedkamer, zoals de befaamde blauwe M&M’s van Mariah Carey, kijkt er niemand om naar deze mannen. Tijdens de show hangen ze vaak in de Laad en Los, zittend op de flightcases worden er sterke verhalen verteld. Het zijn veelal mannen met bijpassende humor, een vrouw zie je zelden maar ze zijn er gelukkig wel.

In deze tijden van evenementenarmoede wordt er veel stil gestaan bij evenementenbureaus, concertorganisatoren en facilitaire bedrijven, maar over de echt kwetsbare groep in deze branche wordt ook hier niet gesproken. De crew die zich voor een appel en een ei in het zweet werkt, aan deze mannen en vrouwen moet ik denken als ik artiesten van huis uit zie optreden. Zij zijn de ware bankzitters. Jackson Browne schreef een ode aan zijn crew, zeer terecht.

frenkie

Afgelopen jaar ging Frenkie de Jong voor 86 miljoen euro naar Barcelona. Dit zijn natuurlijk absurde bedragen, al staat hier tegenover dat dit ook gewoon een gevolg is van vraag en aanbod. Door de inkomsten in de diverse competities en merchandise zijn deze investeringen voor een club vaak wel te rechtvaardigen. Maar terug naar Frenkie de Jong.

Het lijkt alsof iedereen, ook supporters van concurrerende clubs, wel sympathie voor deze jongen heeft. Dit zal er mee te maken hebben dat hij een heerlijke nuchtere Hollandse jongen is gebleven en laten we hopen dat hij deze eigenschap niet zal verliezen. Het bijzondere is dat zijn voornaam alleen ook al voldoende is om te weten over wie we spreken. Best bijzonder voor een jonge voetballer die nog een hele carrière te gaan heeft. Er is sowieso weer een sympathieke lichting Nederlandse voetballers die hoge ogen in het buitenland kan gaan gooien. Matthijs de Ligt speelt al een jaar bij Juventus, Steven Bergwijn stapte dit seizoen over naar Tottenham Hotspur en ook Donny zal nog een overstap naar de Europese top maken.

De doorbraak van nieuwe talenten in de topsport is natuurlijk in de eerste plaats een verdienste van de sporter zelf is, maar we moeten nooit vergeten dat er ook een gezin achter de sporter staat die al jaren lang, met zicht op de toekomstige carrière, alles voor hem of haar gefaciliteerd heeft. Het beste voorbeeld is natuurlijk het halen en brengen naar trainingen en wedstrijden. Niet zo moeilijk als dit bij de lokale amateurvereniging is, maar zodra de clubs al wat verder weg komen te zitten vereist dit wel een goede planning en opofferingsgezindheid. Waarschijnlijk zijn er vele, nog veel grotere talenten nooit doorgebroken doordat ze deze steun en motivatie van hun omgeving hebben gemist. Het is ook geen toeval dat er wel vaker sporters uit één gezin doorbreken. Bij deze kinderen werd er door hun omgeving waarschijnlijk alles aan gedaan om hun kinderen te laten slagen. Wanneer je aan mij vraagt of ik zelf voor mijn kinderen deze opofferingsgezindheid ook aan de dag zou kunnen brengen, kan ik dit eerlijk gezegd niet direct met zekerheid beantwoorden. Maar als het zo ver is groeit deze bereidheid misschien ook wel mee met de carrière van je kind. Zoals Everclear ook al zong kan het dan zo maar dat je een “Volvo driving soccer mom” wordt…

gezond verstand

Gezond leven, we zijn er meer mee bezig dan ooit en zeker in de huidige situatie. De één is wat actiever dan de ander maar ook al zijn we passief, dan nog denken we er over na. Sporten, gezond eten en mindfulness, allemaal onderdelen waar we mee ‘aan de slag’ kunnen om een betere versie van onszelf te realiseren.

Waarom: ‘een gezond lijf is een gezonde geest’, ontevredenheid, het ideale plaatje overgewicht of groepsdruk, redenen genoeg. Vol overgave gaan we mee op de laatste trends en inzichten. En zo bootcampen, slowjuicen en intermittent fasten we er lustig op los. Ik geef toe, ik doe er regelmatig vrolijk aan mee. Toch kom ik er steeds vaker achter dat de neiging bestaat om achter ieder nieuw idee aan te hobbelen en dat terwijl ieder lijf anders is en op een andere manier reageert. Als je wat kwalitatieve inzichten op basis van een gedegen onderzoek bekijkt dan valt er wel wat op. We nemen veel voor waar aan dat niet blijkt te kloppen. Hieronder een paar opvallende uitkomsten:

Sporten

Als je iedere keer bij een training je lichaam tot het uiterste drijft levert dit voor je lichaam net zoveel stress op als psychische stress. Het advies is dat 85% van je trainingen op een relaxed niveau plaats vinden, je kunt nog kletsen met je medesporter. 7,5% Van je trainingen zijn intensief en 7,5% van de tijd ga je tot het gaatje, bijvoorbeeld tijdens een wedstrijd. Dit is één van de redenen dat marathonlopers, die toch worden gezien als topfit, vaak niet oud worden.

Vlees noch vis

We hebben geen vlees of vis nodig om als mens binnen te krijgen wat we nodig hebben, dit is mooi maar wat op zijn Amerikaans aangezet in de documentaire ‘Game Changers’, te zien op Netflix. Ook blijkt dat kip en vis niet beter (of slechter) zijn dan rund- of varkensvlees.

Dieet

Uit een recent Israëlisch onderzoek onder 1.000 deelnemers blijkt dat iedereen anders reageert op verschillende voedingsstoffen voor het aanmaken van glucose (en dus vet). Afhankelijk van geslacht, leeftijd, fysieke staat en zelfs de bacteriën in je lichaam kan dit anders zijn. Er bestaat geen uniform dieet. Sommige mensen werden niet dik van ijs maar wel van rijst.

Vet verbranden

Nog gewoon een boeiend weetje: als je vet ‘verbrandt’ dan verlaat 16% je lichaam via vochtafvoer en 84% via je ademhaling.

We kunnen met zijn allen achter een kip aan rennen, of de trappen op bij het Museum of Art in Philadelphia zoals Rocky ooit deed. Maar beter luisteren we naar ons lichaam, dan voel je wat goed is en wat niet. Er is geen betere thermometer dan die wonderlijke machine die je bij je geboorte hebt meegekregen. Wees er zuinig op, je hebt er maar één en je bent uniek zoals je bent. Dat het niet nieuw is, is in deze klassieker te zien.