Live: Backseat Lovers

Zaterdagavond in Paradiso is per definitie een magische avond. De concertzaal waar menig relatief onbekende solozanger(es) of band de springplank vond naar het grote publiek. Dat levert vaak mooie avonden op. Voor het merendeel van de acts zal een zaal als Paradiso het hoogst haalbare zijn en dat is geen schande. De intimiteit van het gemeenschapsgebouw van de Vrije Gemeente uit 1880 geeft je als artiest het gevoel dat je letterlijk omringd wordt door je fans. De ronde vormen van de zaal worden versterkt door de twee ringen op de 1e en 2e verdieping. Vanaf 1968 werd het gebouw in gebruik genomen als Jeugdcentrum om in de groeiende behoefte aan jeugdcultuur te voorzien. En hoe, zo ook afgelopen zaterdag.

Mooi om te zien dat je tijdens concerten twee soorten publiek kan onderscheiden; het zaalpubliek en de toeschouwers. Ik hoor bij de laatste categorie want naast het aanschouwen van de artiest krijg ik ook de show van het publiek te zien. Dat was gisterenavond ook weer een feest.

Om een nog onduidelijke reden stond er een rij voor de deur gisterenavond tot aan het Hardrock Café. Een kleine rij is best gebruikelijk, maar dit had ik nog niet eerder meegemaakt. Het is een beetje kenmerkend voor de matige logistiek van de locatie, alles is te smal om de 1.750 bezoekers in een korte tijd door naar binnen te loodsen. Dat wordt nog eens versterkt door het publieksonvriendelijke lidmaatschap. De trappen zijn te smal, de lockers staan te dicht op elkaar. Maar dat alles vergeet je als je de zaal binnen treedt. Dat was gisterenavond het geval bij het concert van de Backseat Lovers. De support act speelde net de laatste noten en tijdens de change over was er al sprake van een uitermate enthousiast en jong publiek. Bij het draaien van Bohemian Rapsody in de pauze wordt er door 1.500 kelen “Galileo” gebruld, alleen dat is al indrukwekkend om te zien.

Dan gaat het licht uit en komen de vier mannen uit Salt Lake City het podium op. Het publiek gilt, joelt en schreeuwt terwijl langzaam het geluid van de elektrische gitaren de zaal vult. Vanaf de eerste drumroffel gaat het los en hoewel het een viermansband is, dragen zanger/gitarist Joshua Harmon en drummer Juice Welch het concert met z’n tweeën. De charismatische Harmon brengt een enorme energie voor de dag en hoewel er nauwelijks een woord te verstaan is van wat hij neuriet, zingt of zegt dringt het tot in de vezels door. Wat met name bij blijft zijn de geluiden die hij uit zijn gitaar weet te persen, in combinatie met de tempowisselingen van drummer Juice is het een feestje om naar te luisteren, ook al ken ik maar één nummer van deze Indie band. Het publiek kent er duidelijk meer want er wordt enthousiast meegezongen, tot grote dankbaarheid van het viertal. Je kan je goed voorstellen waarom artiesten hier graag willen staan. De nummers worden aaneen geregen met een voortdurende energie en tempowisselingen. Verbazingwekkend is dat niet aangezien de Backseat Lovers de avond ervoor Doornroosje al plat hebben gespeeld. Het concert in Paradiso duurt anderhalf uur en eindigt met Sinking Ship als encore. Vol energie verlaat iedereen de grote zaal via de veel te smalle gangetjes, enthousiast over het concert en een schitterende avond in Nederlands enige poptempel. Ik heb nog geen nieuwe Coldplay in deze band gezien, maar de muziek is echt de moeite waard. Geniet van het energieke Kilby Girl.