Hulpverleners

In toenemende mate wordt het hulpverleners in Nederland moeilijker gemaakt om hun werk te doen. Verbaal geweld, agressiviteit of zelfs fysiek geweld zijn aan de orde van de dag voor brandweermannen, ambulancemedewerkers of politiemannen- en vrouwen. Omstanders die zich bemoeien met hun werk of (zelfbenoemde) BN-ers die op de vuist gaan met hulpverleners, het lijkt normaler te worden. Dat deze mensen bereid zijn en blijven om hulp te verlenen wordt met de dag bewonderenswaardiger. Los van het geweld ook nog eens vanwege de enorme werkdruk die met dit werk gepaard gaan.

Afgelopen weekend was voor mij echter het moment dat ik me hardop af vroeg: hoe ver moeten ze gaan? Heel Nederland lag Netflixend op de bank omdat er drie dagen van tevoren code oranje was aangekondigd voor storm Ciara. Kartonnen dozen, takken en ander huisvuil vloog horizontaal door de straten van Amsterdam en er werd voor € 150 miljoen aan schade aangericht. De media zat er boven op met liveblogs over het verloop van de storm, gedeelde youtube video’s van vliegtuigen met landingsproblemen en het verkeer werd flink gehinderd door omgevallen bomen. Allemaal prima tot ik op Youtube zag hoe de Reddingsbrigade moest uitrukken om een golfsurfer in nood te redden. De boot van de brigade leek meer op een onderzeeër en sloeg in het filmpje alleen al meer dan drie keer nagenoeg om. Onverantwoordelijk als je het mij vraagt. Daarna nog beelden van een enthousiaste kitesurfer die blijkbaar wilde zien of hij vanaf de Noordzee richting Utrecht kon springen. Wat mij betreft kunnen we hier een lijn trekken. Dat er waaghalzen zijn die willen proberen om in een storm als deze hun vaardigheden te testen, prima. Maar accepteer dan ook dat als het even niet lukt er niemand meer is om je te komen helpen, dat je tweede wordt en dat we je later op het strand wel terugvinden. Dat er nog mensen gek genoeg zijn om in het bootje te stappen om hulp te verlenen is bijzonder, maar daar moeten we deze hulpverleners eens een handje mee helpen.