EPIC
25 januari 2020Episch ~ prachtig, gedenkwaardig (van Dale)
Tennis is zo oud als de Grieken en Romeinen, de vroege voorloper van deze sport werd toen al beoefend. Een meer lijkende variant op het tennis van vandaag stamt af van Jeu de Paume uit de 11e eeuw in Frankrijk. Maar eigenlijk heeft tennis alles in zich om een Amerikaanse sport te zijn: er is altijd maar één winnaar, geen gelijkspel mogelijk. Wat echter een duidelijke vergelijking met de Romeinen maakt, is het man-tegen-man gevecht. En zeker dat van deze gevechten tijdens één van de vier jaarlijkse Grand Slams. Grote arena’s met 15.000 steeds luidruchtig wordende bezoekers, een paar uur lang vechtend om het laatste punt, want dat is het enige dat telt.
Het mannentennis wordt al een jaar of 15 gedomineerd door een Serviër, een Spanjaard en een Zwitser, beter bekend als Djokovich, Nadal en Federer. Van de laatste 70 Grand Slams wonnen ze er 55. Iedere speler heeft zijn eigen karakteristieken: Djokovic is de allrounder, Nadal de onverstoorbare harde werker en Federer de stylist. Iedere tennisliefhebber heeft wel een voorkeur, maar algemeen staat vast dat Federer het mooiste tennis speelt, maar de andere twee mentaal sterker zijn.
Nu wordt het woord Episch steeds vaker gebruikt, of moeten we zeggen misbruikt, want als een woord in de mode is dan wordt het in iedere willekeurige context ingevoegd. Gelukkig niet altijd. In een interview na afloop van een derde-ronde partij in Melbourne tijdens de Australian Open 2020 leverde de quote op van Roger Federer: ‘ik tennis voor dit soort epische wedstrijden’. Terecht.
Roger Federer is de oudste van de drie ‘eindbazen’ en mogelijk met zijn 38 jaar in het endspiel van zijn lange en succesvolle carrière. Op vrijdag speelde hij tegen John Millman, een redelijk goede Australiër, maar met één belangrijk wapenfeit achter zijn naam: hij had Federer vorig jaar verslagen tijdens de US Open. Dat waren ze beiden niet vergeten. De combinatie van Federer, de standaard publiekslieveling, en Millman, de Australiër voor thuispubliek leverde een schitterende situatie op, het publiek was verdeeld. Millman speelde alsof zijn leven er van af hing, had geen last van druk en speelde tegen alle regels in Federer’s forehand kapot. Federer klampte aan maar leek geen moment de betere. Fed-express maakte veel afgedwongen fouten en leek kwetsbaar. Millman pakte de eerste set, Federer set twee en drie, zonder te begrijpen hoe, maar vanaf dat moment leek alles er op dat Millman opnieuw Federer zou verschalken. 15.000 Man op de tribune zaten op het puntje van de stoel toen het in de vijfde set op een super-tiebreak uit draaide. Verhoogde hartslag, defibrillator op stand-by. Millman timmerde onverstoorbaar verder, sloeg de ene briljante bal na de andere en liep eenvoudig uit naar een 8-4 voorsprong, slechts twee punten verwijderd van de overwinning. Ondertussen was het 00.30 uur in Melbourne, waar de rook was opgetrokken en twee matadors vochten voor hun leven. Zoals gezegd is Federer mentaal kwetsbaar en leek hij zich al voor te bereiden op zijn persconferentie. Niets duidde er op dat hij zes punten op rij zou scoren. Maar het onmogelijke gebeurde toch. Bij het laatste punt viel alles op zijn plek voor de Zwitser. Ondanks alle afzwaaiers, dubbele fouten en de statistieken die aantoonden dat Millman de betere was, won hij het laatste punt. Het enige punt dat je in een tenniswedstrijd moet winnen. Na afloop zag je aan Federer dat hij zelf ook niet begreep hoe hij had gewonnen. Vier uur lang had het publiek gejoeld, geschreeuwd, gehuild en een staande ovatie aan beide spelers uitgedeeld, dat alles voor een met recht ‘epische’ wedstrijd.
P.S. alleen de Romeinse duimpjes missen we nog…