angel in blue jeans
23 mei 2020Vorige week was het hoog tijd om weer eens een paar golfballen weg te slaan, het mag immers weer. Dus laadde ik de golftassen en mijn dochter in de auto om naar de plaatselijke baan in Bunnik te rijden. Vlak voor ik het parkeerterrein op reed besefte ik me dat het verstandig was geweest om mijn puberdochter te vragen een broek uit één stuk aan te trekken, maar dat was ik dus vergeten.
We haalden onze mandjes met ballen op en hadden snel de smaak te pakken. Tot zover niets aan de hand. Toen we nog wat gingen oefenen met putten zag ik uit mijn ooghoek een medewerkster van de golfbaan op ons aflopen. Of ze de volgende keer een spijkerbroek zonder scheuren aan kon trekken, dit was echt niet toegestaan. Ik stelde mijn dochter gerust door haar te wijzen op een oudere dame met een ruitjesbroek en de opmerking dat we er wel zo één voor haar zouden regelen. ‘Nou, laat dat golfen dan maar zitten’, was het te logische antwoord. Ze snapte er niets van, dit was toch een mooie broek en waarom mag de golfbaan bepalen wat je wel of niet aan mag trekken. Onzin.
Het deed mij denken aan denken aan de jaren 90. Als tennisfan mocht ik graag kijken naar het spel van André Agassi, een klein mannetje die als rebel op de tennisbanen verscheen. Grote oorbel in, getoupeerd haar (bleek later deels nep), haarband en korte spijkerbroek met een legging er onder. En, enorm veel talent! Dat hadden we in jaren niet gezien. Eigenlijk was John McEnroe altijd een beetje de bad boy geweest maar veel spraakmakender was het niet. Agassi werd de eerste speler waar Nike ook groots in investeerde, een eigen kledinglijn en bijpassende schoenen. Je zou kunnen zeggen dat Agassi rock en roll in het tennis introduceerde en daarmee van een elitesport wat terugbracht naar het volk. Een uitdaging ontstond doordat de kledingsstijl van Agassi niet paste bij de etiquette van Wimbledon, het belangrijkste toernooi van het jaar waar iedere speler alleen in het wit mag verschijnen. Daar paste Agassi voor en de eerste jaren liet hij Wimbledon steevast schieten, mogelijk ook gevoedt doordat zijn speelstijl niet bij het heilige gras zou passen. Verzoeken werden gedaan aan de toernooidirectie, of het niet eens tijd was deze ouderwetse regels te vernieuwen. Maar de organisatie gaf geen krimp, traditie is immers traditie. Om nummer één van de wereld te worden kon de Amerikaanse Armeen niet buiten Wimbledon om. Dus in 1991 kondigde hij aan het heilige gras in London te gaan betreden. Iedereen keek reikhalzend uit naar zijn outfit en we werden niet teleurgesteld: haarband, shirt, korte broek en legging alles in het spierwit. Op zijn eigen manier had hij een weg gevonden om toch binnen de regels te passen. Maar goed ook, want in 1992 won hij het toernooi na een vijfsetter tegen Goran Ivanisevic.
Dit verhaal vertelde ik mijn dochter, dat je soms te gast bent en je dan aan de regels van de gastheer hoort te houden. Ok, ze begreep het wel, maar die ruitjesbroek komt er zeker niet.